Tekstverwerken op Mac met Pages

Het tekstverwerkingsprogramma Pages staat standaard op nieuwe Mac-computers. Het is onderdeel van het iWork-pakket van Apple en is vergelijkbaar met Word van Microsoft Office. Maak met Pages documenten met tekst en/of afbeeldingen.

Staat het programma nog niet op de computer? Download het dan gratis via de App Store. Lees in de tip Pages gratis downloaden hoe u dit doet.

Open Pages zo op een Mac:

• Klik in het dock op het pictogram van Finder .
• Klik op Apps.
• Dubbelklik op Pages.
• Klik linksonder in het geopende venster op Nieuw document.
• Klik op het soort document dat u wilt openen. Wij laten 'Leeg' geselecteerd staan.
• Klik rechtsonder op Maak aan.

Een nieuw document in Pages opent en het tekstverwerken kan beginnen.

In Pages staan op drie plekken menu's. Allereerst is er de menubalk helemaal bovenin. Elk programma dat op een Mac opent heeft hier een menubalk staan. De knoppen in de balk verschillen per programma. Alle mogelijkheden van Pages zijn met behulp van deze balk bereikbaar. Veelgebruikte opties staan ook boven en rechts van het tekstvlak. Een deel van deze mogelijkheden bespreken we verderop in dit artikel.

Zodra een leeg document opent, kan het typen beginnen. Sla de letters aan op het toetsenbord en de tekst verschijnt gelijk in het grote witte vlak. Dat is vergelijkbaar met het vel papier in een typemachine. In tegenstelling tot bij een typemachine hoeft u niet met de hand steeds naar een nieuwe regel te gaan. Pages gaat namelijk automatisch verder op een nieuwe regel. Druk voor het maken van alinea's wel op de Enter-toets. De cursor springt dan naar de volgende regel.

Iets verkeerd getypt? Met de Backspace-toets op het toetsenbord haalt u tekst weer weg. U kunt tekst selecteren om in een keer een groot stuk tekst te verwijderen of op te maken. Dat kan op meerdere manieren. De geselecteerde tekst krijgt een grijze of blauwe achtergrondkleur.

• Eén woord selecteren: dubbelklik op het woord.
• Eén alinea selecteren: klik drie keer binnen de alinea.
• Meer woorden of regels selecteren: sleep met de muisaanwijzer over het te selecteren deel. Hou de muisknop ingedrukt.
• Het hele document selecteren: klik in de menubalk op Wijzig > Selecteer alles of gebruik de sneltoets Cmd+A. Hiervoor drukt u tegelijkertijd op de Cmd-toets en de letter A.

Voor tekst zijn er allerlei opmaakmogelijkheden. Deze zijn zichtbaar in het rechtermenu. Hierin staat of de opties voor het opmaken van tekst of voor het document. Wij bespreken nu de opmaak voor tekst.

Onder 'Tekst'' staan onder meer de volgende mogelijkheden:

• Lettertype : klik op de pijltjes en selecteer in het uitklapmenu een lettertype.
• Tekststijl : klik op de pijltjes en selecteer in het uitklapmenu een tekststijl.
• Lettergrootte : klik op de pijltjes en selecteer in het uitklapmenu de lettergrootte.
• Vet maken .
• Cursief maken .
• Onderstrepen .
• Tekstkleur : klik op het kleurvak en klik op de gewenste kleur. Klik u op het kleurenwiel voor meer kleuren.
• Uitlijning : standaard staat de tekst aan de linkerkant uitgelijnd. Klik op een van de drie andere opties om dit aan te passen.

Soms is het handig om gebruik te maken van een opsomming.

• Selecteer de tekst die in een opsomming moet komen. Of begin op een nieuwe regel waar de tekst van de opsomming moet komen.
• Controleer of boven het rechtermenu 'Opmaak' is geselecteerd. Niet het geval? Klik er dan op. Hetzelfde geldt voor 'Stijl'.
• Klik achter 'Opsommingstekens en lijsten' op het uitklapmenu.
  
• Klik op het gewenste opsommingsteken.

Het opsommingsteken verschijnt in het tekstvak.

Fleur het document op met een afbeelding. Voor een afbeelding uit het programma Foto's doet u het volgende:

• Klik boven in het venster op Media.
• Klik op Foto's.
• Foto's verschijnen in beeld. Klik op de gewenste foto.

De foto staat in het document en aan de rechterzijde verschijnen opmaakmogelijkheden.

Een afbeelding die op een andere plek op de Mac staat, voegt u als volgt toe:

• Klik boven in het venster op Media.
• Klik op Kies.
• Navigeer naar de juiste afbeelding en klik erop.
• Klik op Voeg in.

Klaar met het werken aan een document? Sla het dan op:

• Klik in de menubalk op Archief.
• Klik op Bewaar.
• Typ een naam voor het document. Let op dat alle documenten verschillende namen krijgen. Bestanden met dezelfde naam worden overschreven.
• Navigeer naar de map waarin het document moet komen.
• Klik tot slot op Bewaar.

Het document is later weer te openen met Pages.

Om het document te delen met iemand die Microsoft Word gebruikt, moet u het document exporteren.

• Klik in de menubalk op Archief.
• Klik op Exporteer naar.
• Klik op Word.
• Klik op Volgende.
• Typ een naam voor het document.
• Navigeer naar de map waarin het document moet komen
• Klik tot slot op Exporteer.

Het document is nu opgeslagen met de extensie .docx. Het document is dan te openen met zowel Pages als Word.