Zo werkt systeemherstel in Windows

Systeemherstel maakt momentopnames van de computer. Elke keer als er iets verandert aan het systeem. Bijvoorbeeld omdat je een programma installeert. Ontstaat er een probleem, dan zet systeemherstel de computer terug naar een moment dat het systeem nog goed werkte. Zo’n momentopname heet een herstelpunt. Systeemherstel is een noodrem. Gebruik het alleen als er geen andere oplossingen zijn.

Systeemherstel maakt een momentopname van het besturingssysteem (Windows), alle instellingen en de geïnstalleerde programma’s. Maar niet van bestanden. Dat betekent twee dingen:

• Systeemherstel herstelt geen verwijderde en/of onleesbare bestanden. Dat kan alleen via een back-up.
• Systeemherstel zet de computer terug naar een eerder moment. Alles wat je daarna installeerde en aanpaste is verdwenen. Denk aan nieuwe programma’s, aangepaste instellingen en updates van Windows.

Systeemherstel staat standaard aan in Windows 11 en 10. Maar controleer voor de zekerheid of dat ook echt zo is op je computer:

• Open het menu ‘Snelle koppeling’ met de sneltoets Windows-toets + X.
• Klik op Systeem.
• Klik op Systeembeveiliging (Windows 11) of Geavanceerde systeeminstellingen (Windows 10).
• Klik als dat nodig is op het tabblad Systeembeveiliging.
• Onder het kopje 'Beveiligingsinstellingen' staan de harde schijven. Meestal heeft de schijf waarop Windows is geïnstalleerd de letter ‘C’. Staat daar 'Ingeschakeld' achter? Dan is alles goed ingesteld. Klik op Ok en je bent klaar. Staat er geen 'Ingeschakeld'? Volg dan de volgende stappen.
• Klik op de schijf C.
• Klik op de knop Configureren.
• Selecteer onder 'Herstelinstellingen' Systeembeveiliging inschakelen.
• Verplaats de schuifbalk onder 'Schijfruimtegebruik' naar 10 procent.
• Klik op Toepassen > Ok > Ok.

Systeemherstel staat nu aan. Je hebt er verder geen omkijken meer naar.

Werkt de computer niet meer naar behoren? Ga dan met systeemherstel terug naar een moment waarop alles nog goed werkte.

• Sluit eerst alle programma's en bestanden.
• Open het menu ‘Snelle koppeling’ met de sneltoets Windows-toets + X.
• Klik op Systeem.
• Klik op Systeembeveiliging (Windows 11) of Geavanceerde systeeminstellingen (Windows 10).
• Klik als dat nodig is op het tabblad Systeembeveiliging.
• Klik op Systeemherstel.
• Klik op Volgende.
• Je ziet het recentste herstelpunt. Dat is de laatste bekende werkende momentopname. Klik op het herstelpunt.
• Klik op Volgende.
• Klik op Voltooien.
• Klik op Ja.

De computer start opnieuw op. De herstelprocedure wordt uitgevoerd. Dit kan even duren. Daarna kan je de computer weer gebruiken.