Windows 10: back-up maken en terugzetten

Er zijn verschillende mogelijkheden voor het maken van een back-up. Wie kiest voor opslag op een externe harde schijf of een usb-stick, kan gebruikmaken van de automatische back-upfunctie in Windows 10. Gebruik je een usb-stick? Controleer dan eerst hoeveel geheugenruimte nodig is voor de bestanden. 16 GB aan vakantiefoto's past niet op een usb-stick van 8 GB. Windows geeft geen waarschuwing als het niet past: het neemt simpelweg niet alle bestanden over. Niet een situatie waar je in terecht wilt komen.

De automatische back-upfunctie in Windows 10 maakt het de gebruiker gemakkelijk. Je stelt het eenmalig in en voortaan worden je bestanden automatisch geback-upt zodra de ingestelde schijf verbonden is. Stel de back-up als volgt in: 

• Klik op de startknop > Instellingen > Bijwerken en beveiliging.
• Klik links op Back-up van bestanden.
• Klik op Een station toevoegen.
• Sluit de externe hardeschijf of usb-stick aan.
• Klik onder 'Een station selecteren' op de externe harde schijf of usb-stick.
• Klik op de knop Meer opties.
• Je ziet nu de standaardinstellingen van Windows. Er wordt elk uur een back-up gemaakt van je bestanden. Deze periode kan worden aangepast onder 'Back-up maken van mijn bestanden'. 'Elke 10 minuten' is de kortst mogelijke periode; 'Dagelijks' de langste.
• Onder 'Mijn back-ups behouden' staat standaard 'Voor altijd'. Windows houdt namelijk de bestandsgeschiedenis bij. Dus van elke versie van een bestand wordt een nieuwe kopie gemaakt. Wie over weinig opslagruimte beschikt doet er verstandig aan deze optie in te stellen op 'Totdat ruimte nodig is'. Ook dan worden van alle versies kopieën opgeslagen, maar als de usb-stick/externe harde schijf vol raakt, worden kopieën overschreven. Dat is niet erg want doorgaans wil je alleen de laatste versie van een bestand bewaren.
• Klik bovenaan op Nu back-up maken om je bestanden te kopieëren naar de harde schijf/usb stick. 

Standaard wordt een back-up gemaakt van alle bestanden die in je gebruikersmap staan. Je kan ervoor kiezen sommige mappen niet mee te nemen. Of, als je bepaalde bestanden op een andere plek opslaat, kan je mappen aanwijzen die ook moeten worden meegenomen. Doe in beide gevallen het volgende:

• Klik op de startknop > Instellingen > Bijwerken en Beveiliging.
• Klik op Back-up van bestanden > Meer opties.
• Onder 'Back-up maken van deze mappen' staat een lijst van alle mappen die worden meegenomen in de back-up.
• Wil je een map toevoegen, klik op Een map toevoegen, wijs de map aan en klik op Deze map kiezen.
• Wil je een map verwijderen, klik op de betreffende map en klik daarna op Verwijderen.

Na deze eenmalige instellingen voert Windows automatisch de back-uptaken uit. De vraag is nu: laat je de externe harde schijf of usb-stick verbonden met de computer of niet? Wie zich zorgen maakt over virussen en/of gijzelsoftware kan besluiten tot loskoppelen. In zo'n geval maakt Windows alleen een back-up als je de schijf/usb-stick weer verbindt. Daar moet je dus zelf aan denken.

Wil je de bestanden waarvan je een back-up hebt gemaakt, weer terugzetten? Doe dan het volgende:

• Klik op de startknop > Instellingen.
• Klik op Bijwerken en Beveiliging > Back-up van bestanden.
• Klik op de knop Meer opties.
• Scrol helemaal naar beneden en klik op Bestanden terugzetten vanuit de huidige back-up.
• Selecteer de bestanden die je wilt herstellen.
• Klik op de knop Terugzetten naar oorspronkelijke locatie. Dat is de groene knop  onderaan het scherm.