Werken met OneDrive in Windows

OneDrive is de clouddienst van Microsoft. Op Windows-computers is OneDrive standaard aanwezig. Gebruikers hebben een eigen OneDrive-map. Bestanden die een gebruiker in deze map bewaart, gaan automatisch de cloudopslag in. Ze worden gesynchroniseerd. Eén bestand is dus op twee plekken beschikbaar en wijzigingen worden op beide plaatsen opgeslagen. OneDrive is prima te gebruiken als back-up voor uw bestanden. Wel belangrijk om te weten: verwijdert u een bestand uit deze map of uit de cloud dan is het bestand op beide plekken verwijderd.

Omdat de OneDrive-map standaard aanwezig is in de Verkenner, hoeft die niet nog apart te worden toegevoegd. De map is te herkennen aan het icoon van een blauwe wolk. Windows 11-gebruikers zien de map in de Verkenner linksboven direct onder 'Thuis'. In Windows 10 staat de map ook links maar wat verder naar beneden. Naast het wolk-icoon staat de naam van de map. Meestal ziet u in die naam uw gebruikersnaam terug.

Alles wat in de OneDrive-map staat wordt online opgeslagen. Als er verbinding is met internet. De map werkt verder hetzelfde als iedere andere map in de Verkenner. Bestanden opslaan, verplaatsen, kopiëren of verwijderen gaat zoals bij alle andere mappen.

Let op: gebruikers hebben 5GB gratis opslagruimte. Met Microsoft 365 Basic is de opslagruimte 100GB. Dit abonnement kost 20 euro per jaar.

De bestanden in de OneDrive-map hebben speciale pictogrammen, vanwege de koppeling met de cloud. Ze geven de status weer:

• Een groen vinkje geeft aan dat het bestand op de computer én in de cloud staat.
• Een blauw wolkje geeft aan dat het bestand alleen online is opgeslagen. Als u het bestand opent, downloadt de computer het eerst. Zonder internetverbinding kunt u het bestand niet gebruiken.
• Een pictogram van twee pijltjes geeft aan dat de computer het bestand nog online moet opslaan.