Interview over de samenwerking met de Rabobank
Bart Bakker, Cees van Tiggelen en Carel van der Zanden stonden in 1997 aan het begin van de samenwerking tussen SeniorWeb en de Rabobank. Hoe kwam de samenwerking tot stand?
Hoe ontstond het idee om vanuit Rabobank samen te gaan werken met SeniorWeb?
Carel van der Zanden: 'In 1996 vierde Rabobank het honderdjarige jubileum. Om het jubileum extra cachet te geven, werd binnen de Rabobank en aan alle gepensioneerden een oproep gedaan voor ideeën. Ik was toen adviseur van het bestuur van SeniorWeb. En ik dacht: dit is een goede gelegenheid voor beide partijen om in het brandpunt van de belangstelling te komen staan.'
'Mijn toenmalige leidinggevende bracht mij in contact met Bart Bakker, die nog werkzaam was bij Rabobank. Bart zag mijn idee direct zitten. Er startte een project, dat 'Een eeuw voor vijftigplus' heette. Alle lokale Rabobanken kregen een map met informatie hoe zij senioren vanuit hun vestiging konden leren computeren. Ikzelf had goede contacten met Rabobank Helmond. Daar zijn we toen een Leercentrum-pilot gestart. Wij zaten in de beveiligde zone van de vestiging, cursisten moesten via de personeelsingang naar binnen. Dat was dus nog wel even spannend. En het personeel was er ook niet zo blij mee, want de cursisten namen drie dagen in de week de hele kantine in beslag!'
'De pilot liep erg goed. In 1997 kwam er daarom een apart Leercentrum in Helmond. Eigenlijk het officiële startschot van de Leercentra zoals we die nu kennen. Het Leercentrum werd feestelijk geopend door de toenmalige directeur, Christine de Ruiter, en Kai Grabenhorst, die nog altijd op het Landelijk bureau werkt. Ook ben ik nog met enkele cursisten op televisie geweest, in een uitzending van Jos Brink.'
Bart Bakker: 'Bij de Rabobank moest iedere afdeling iets doen voor het jubileum. Mijn idee was: Help senioren op internet. In 1998 heerste bij Rabobank echter de opvatting dat senioren geen doelgroep waren. De jeugd had de toekomst. Echt ongelooflijk! De Leercentrum-pilot via de lokale banken werd echter een overdonderend succes. In 2005 hadden we 1250 Ambassadeurs (senioren-vrijwilligers die andere senioren helpen met computeren, red.), en de cursussen waren niet aan te slepen! In 2002 waren senioren ineens wel een doelgroep van de bank geworden..'
Cees van Tiggelen: 'Ik werkte in die tijd ook nog bij de Rabobank. In 2002 maakten we vanuit Rabobank een nieuwe segmentatie van de markt. Hierbij hoorden ook senioren. Bert Kokshoorn, de toenmalige directeur van SeniorWeb, kwam op bezoek. Hij vertelde dat overheidssubsidie, waar SeniorWeb tot dan toe van had bestaan, stopte. Rabobank is SeniorWeb toen gaan sponsoren. Deal voor de financiële steun was dat in de Leercentra ook Rabo-internetbankiercursussen plaatsvonden. En er werden toen zelfs nog cursussen gegeven om te leren pinnen bij pinautomaten! Na mijn pensionering ben ik acht jaar bestuurslid geweest bij SeniorWeb. We hebben alle lokale Rabobank-locaties gestimuleerd om alleen met SeniorWeb-Leercentra samen te werken, om de kwaliteit van de cursussen te waarborgen.'
'SeniorWeb is een typisch voorbeeld van een organisatie die succesvol is geworden door samenwerking. Mijn pleidooi is dat daar energie in gestoken moet blijven worden vanuit alle partijen: SeniorWeb zelf, maar ook ouderenbonden en andere organisaties. Want succes ontstaat meestal door samenwerking!'
Cees van Tiggelen: 'Er zijn nog steeds veel ouderen zonder digitale vaardigheden. Tussen de drie à vier miljoen huishoudens in Nederland doen niet aan internetbankieren. Het aantal personen ligt dus nog veel hoger. Ook in mijn eigen omgeving kan de helft van de mensen het niet. En dit zijn zeker geen mensen met weinig opleiding, of met een beperking op verstandelijk of lichamelijk vlak. Er is dus nog steeds veel werk te verzetten!'
Carel van der Zanden: De Leercentra in hun huidige vorm hebben hun tijd overleefd. Je moet mensen die nu nog niet digitaal vaardig zijn, de echte digibeten dus, één op één ondersteunen. Dat hebben zij echt nodig. Denk aan mensen die bijvoorbeeld maar vier klassen lagere school hebben gehad. Of vrouwen die al op hun veertiende moesten gaan werken. Die mensen in een klas zetten vol schermen en andere cursisten, gaat niet werken. Het gaat er uiteindelijk om mensen goed te helpen.'