Werken met het toetsenbord van de Mac
Het toetsenbord is het belangrijkste instrument om een computer te bedienen. Tijd om het toetsenbord van de Mac eens wat grondiger te bekijken.
Verschillende toetsenborden
Voor Mac-computers zijn er twee verschillende toetsenborden: een met én een zonder numeriek toetsenblok. Op beide toetsenborden staan de letters in de meest gangbare volgorde voor een toetsenbord, namelijk met 'qwerty' op de bovenste rij. Andere indelingen zijn: Azerty (België/Frankrijk) en Qwertz (Duitstalige landen).
Met numeriek toetsenblok
Het zogeheten numeriek toetsenblok zit aan de rechterzijde. Naast cijfers staan hier rekentekens zoals plus, min, delen en vermenigvuldigen. Het numerieke toetsenbord is handig als u veel getallen moet invoeren, bijvoorbeeld op een rekenblad in Excel.
Zonder numeriek toetsenblok
Er is ook een toetsenbord zonder het numerieke gedeelte. Dit is te vinden op een MacBook. Het toetsenbord is kleiner en daarom is er een aantal toetsen 'verstopt'.
Soorten toetsen
Het toetsenbord heeft verschillende groepen toetsen, met elk een eigen naam. Er zijn alfanumerieke toetsen, navigatietoetsen, speciale toetsen, functietoetsen en het numerieke toetsenblok. Wat dit betekent, leest u hieronder.
Alfanumerieke toetsen
Alfanumerieke toetsen bestaan uit letters, leestekens en cijfers. Ook de spatiebalk hoort daarbij. Als een toets nog een andere functie heeft dan wat er groot opstaat, staan er twee tekens op de knop. Wie op een toets drukt, typt het onderste teken dat gemeld staat. Om het bovenste teken te gebruiken, moet u tegelijkertijd de Shift-toets (het pijltje) indrukken.
Naast de Shift-toets zijn er nog andere speciale toetsen. Ze bevinden zich linksboven en rechtsonder op het toetsenbord. De speciale toetsen zijn:
Shift
Druk deze toets én een letter in om een hoofdletter te typen. Om het bovenste teken op een toets met twee afbeeldingen te typen, drukt u ook Shift in tegelijk met de betreffende toets.
Caps Lock
Druk deze toets in om meerdere hoofdletters te typen, of meerdere tekens die bovenaan een toets staan. Druk nogmaals op Caps Lock om de functie weer uit te zetten.
Tab
Gebruik Tab om de knipperende cursor in één keer een stuk naar rechts te verplaatsen. Het is te vergelijken met meerdere keren drukken op de spatiebalk. Gebruikt u de Tab-toets bij getypte tekst, dan wordt de tekst opgeschoven naar de volgende Tab-positie. In een formulier (bijvoorbeeld in Excel) verplaatst u de cursor naar het volgende invulveld met de Tab-toets.
Enter
Verplaatst de cursor naar de volgende regel.
Backspace
Verwijder het teken links van de cursor of verwijder de geselecteerde tekst links van de cursor.
Navigatietoetsen
Navigatietoetsen worden ook wel pijltjestoetsen genoemd. Ze staan in het midden van grote toetsenborden.
- Pijltjestoetsen: verplaats de cursor naar onderen, boven, links of rechts. Of gebruik ze om te scrollen op een webpagina.
- Fn: activeer functies die zijn 'verstopt'.
- Home: verplaats de cursor naar het begin van de regel.
- End: verplaats de cursor naar het einde van de regel.
- Page up: verplaats de cursor een pagina omhoog.
- Page down: verplaats de cursor een pagina omlaag.
- Delete: verwijder een teken rechts van de cursor of een geselecteerde tekst.
Besturingstoetsen
De verschillende besturingstoetsen zijn Crtl, Alt/option, Command/Cmd en Esc (escape). Gebruik deze toetsen samen met andere toetsen om bepaalde functies te activeren.
Functietoetsen
De bovenste rij op het toetsenbord bestaat uit de functietoetsen: de toetsen F1 tot en met F12 (soms tot en met F19) en pictogrammen van functies die Apple standaard aan een toets verbindt. Elke toets heeft zijn eigen functie(s). Zo verlaagt F1 de helderheid van het scherm en verhoogt F12 het volume van de speakers. Functietoetsen zijn te combineren met andere toetsen.
Sneltoetsen
Door het gelijktijdig indrukken van toetsen worden bepaalde functies actief of voert de computer bepaalde handelingen uit. Zogeheten sneltoetsen zijn handig omdat het tijd en muisklikken bespaart. Gebruik bijvoorbeeld Command+X om tekst te knippen en kopiëren naar het klembord of Shift+Command+D om de map 'Bureaublad' te openen. Lees in het artikel 'Sneltoetsen gebruiken op de Mac' hoe sneltoetsen werken.