Menu Zoek

Word: de basis

word de basis banner

Een beginner met Word? Ontdek in deze handleiding de basisfuncties. Maak een nieuw document aan, typ teksten en maak het geheel vervolgens netjes op.

Om Word te kunnen gebruiken, moet u het programma eerst opstarten. Dit doet u als volgt:

  • Klik op Start (het Windows-logo in de taakbalk).
  • Klik op Word. Als u Word niet meteen kunt vinden, typ dan 'Word' in de zoekbalk van start.
  • Word opent. Links ziet u een menu. Automatisch staat tabblad 'start' open. Hier kiest u wat voor bestand u wilt openen.
  • Klik op Leeg document.

Wie Word start, ziet een leeg wit 'vel papier' met daarboven allerlei knoppen en menu's. Deze staan in het zogenaamde lint. In het lint staan verschillende tabbladen, zoals 'start' en invoegen'. Daarnaast is het lint contextgevoelig: het kan zich aanpassen aan de taak die u op dat moment uitvoert.

Lint in Word

Met de knoppen op het lint activeert u de functies in Word. Die functies kunt u gebruiken voor het tekstverwerken en de opmaak van de teksten. Bij veel knoppen (bijvoorbeeld onder 'plakken' op het tabblad 'start') ziet u een klein zwart pijltje staan. Klik hierop en er komen meer opties in dezelfde categorie tevoorschijn.

Een nieuw document is een leeg wit vel waarop u een tekst kunt typen en opmaken. Er zijn meerdere manieren om een nieuw document te maken:

  1. Klik in het lint op Bestand > Nieuw > Leeg document. Klik eventueel op Maken.
  2. Gebruik de sneltoets Ctrl+N (druk de Ctrl-toets tegelijk met de letter N in).
  3. Klik op het pictogram Nieuw uit de werkbalk 'snelle toegang' (links, boven het lint).

    word de basis snel nieuw document

    Opmerking: Standaard staat dit pictogram niet in de werkbalk 'Snelle toegang'. U kunt dit pictogram toevoegen aan de werkbalk 'Snelle toegang'. Klik op het pijltje rechts naast de werkbalk 'Snelle toegang' en klik op Nieuw.

    word snelle toegang nieuw document

Het resultaat is steeds hetzelfde: Word opent een lege pagina.

  • Zodra u een leeg document voor u hebt, kunt u beginnen met typen. De door u ingevoerde tekst verschijnt op het beeldscherm. U hoeft op de computer aan het einde van een regel niet op de enter-toets te drukken. Word gaat aan het einde van de regel namelijk automatisch verder op een nieuwe regel.
  • Een spatie tussen woorden maakt u door op de brede spatiebalk te drukken, onder aan uw toetsenbord. Als u alinea's maakt en op een nieuwe regel wilt beginnen, drukt u wel op de enter-toets. De cursor springt dan naar de volgende regel. De cursor is het dikke verticale lijntje in de tekst dat aangeeft waar u bent.
  • Een hoofdletter maakt u door de shift-toets ingedrukt te houden en dan een letter te typen. Hoofdletters aan het begin van een zin maakt Word automatisch aan.

In Word is het mogelijk om grote stukken tekst in één keer te bewerken of te verwijderen. Dit doet u door u het woord of de zinnen te selecteren. Dat kan op meerdere manieren. De geselecteerde tekst krijgt dan een grijze achtergrond:

  • Eén woord selecteren: dubbelklik op het woord.
  • Eén alinea selecteren: klik drie keer binnen de alinea.
  • Meer woorden of regels: sleep met de muis over het deel dat u wilt selecteren. Houd tijdens het slepen de linkermuisknop ingedrukt.
  • In plaats van deze eerste drie opties kunt u ook de shift-toets ingedrukt houden en de pijltjestoetsen gebruiken.
  • Het hele document selecteren: klik op het tabblad Start. Klik in de groep 'bewerken' op Selecteren > Alles selecteren. U kunt ook de sneltoets Ctrl+A gebruiken. De groep 'bewerken' staat tussen de groepen 'stijlen' en 'spraak'.

Grote delen tekst verwijdert u in één keer door de tekst eerst te selecteren. Druk daarna op de delete-toets. Deselecteren (de selectie opheffen) doet u door op een willekeurige plek in de tekst te klikken.

U kunt tekst op allerlei manieren opmaken. Geef letters een kleur, markeer ze, vul de tekst uit (verspreiden over de hele regel) of wijzig het lettertype of de lettergrootte. De meest gebruikte methoden om tekst op te maken vindt u bij elkaar op het tabblad 'start'. Dat tabblad is bij het openen van een document standaard zichtbaar.

  • Selecteer de tekst die u wilt opmaken.
  • Kies de opmaakfunctie die u wilt toepassen.

U ziet direct het resultaat. Hieronder leest u over enkele veelgebruikte opmaakfuncties.

De tweede groep op het tabblad 'start' heet 'lettertype'. Hier vindt u de opties 'lettertype' en 'lettergrootte'.

  • Lettertype: Klik op het pijltje en selecteer het lettertype van uw smaak. U ziet voorbeelden van de beschikbare lettertypes.
  • Lettergrootte: Klik op het pijltje en selecteer de lettergrootte.

In dezelfde groep 'lettertype' vindt u knoppen voor vet, cursief en onderstreept.

Vet maken
Klik op de knop met het pictogram B om de tekst vet (dikgedrukt) te maken. Als u tekst geselecteerd had wordt deze nu vetgedrukt. Wanneer u geen tekst geselecteerd had, maar na een klik op de knop begint te typen, dan wordt de tekst die u intypt automatisch vetgedrukt. Door nog een keer op de knop B te klikken zet u de functie uit en typt u weer normale tekst.

U kunt ook een sneltoets gebruiken om tekst vet te maken: Ctrl+B. Voor de sneltoets geldt ook: eerst de tekst selecteren en dan vet maken, óf eerst de sneltoets indrukken, dan de vetgedrukte tekst typen. Drukt u daarna weer de sneltoets in, dan typt u verder in normale tekst.

Cursief maken
Klik op de knop met het pictogram I om de tekst cursief (schuingedrukt) te maken. Voor cursief geldt verder hetzelfde als voor vetgedrukt. De combinatie voor de sneltoets is dan Ctrl+I. U kunt ook functies combineren door bijvoorbeeld zowel op de knoppen voor vet als cursief te klikken. De tekst wordt dan vet én schuingedrukt.

Onderstrepen
Klik op de knop met het pictogram U in de werkbalk om de tekst te onderstrepen. De werking is verder hetzelfde als bij vet en bij cursief. Ook deze functie kunt u combineren met de eerdere twee.

Tekst markeren
Om tekst echt in het oog te laten springen, kunt u het markeren. Dat kunt u vergelijken met het aanstrepen van tekst met een felgekleurde stift. Klik in de groep 'lettertype' op het pijltje naast de knop met de markeerstift ('tekstmarkeringskleur') om een kleur te kiezen. Selecteer daarna met de muis de tekst die u wilt markeren. Om de markering op te heffen, selecteert u het gemarkeerde stuk tekst en klikt u bij 'tekstmarkeringskleur' op Geen kleur.

Letters een kleur geven
Ook de letters zelf kunt u een kleur geven. Daarvoor klikt u op het pijltje naast de knop met het pictogram 'tekstkleur', ook te vinden in de groep 'lettertype'. U ziet een venster waarin u kunt kiezen uit één van de standaardkleuren. Met 'meer kleuren' kunt u zelf een kleur kiezen uit een kleurencirkel.

Met deze functie kunt u tekst naar een bepaalde kantlijn 'drukken', of juist precies in het midden van een pagina plaatsen. De knoppen voor uitlijnen vindt u op het tabblad 'start' bij de groep 'alinea'.

word basis, uitlijnen

  • Eerste knop: de tekst wordt aan de linkerkant van de pagina uitgelijnd. Dit staat standaard aan in een nieuw document.
  • Tweede knop: de tekst staat in het midden van de pagina.
  • Derde knop: de tekst wordt aan de rechterkant van de pagina uitgelijnd.
  • Laatste knop: de tekst wordt over de gehele breedte van de pagina verspreid. Sommige mensen vinden dat er mooi uitzien. Uitgevulde tekst kan lastig leesbaar zijn omdat de ruimte tussen de woorden verschilt.

De overige knoppen in de groep 'alinea' kunt u gebruiken om bijvoorbeeld tekst te nummeren of om de regelafstand te veranderen.

  • Knop met pictogram voor opsommingstekens word: de basis, opsommingstekens: maakt ongenummerde lijsten van geselecteerd tekstgedeelte. Elke nieuwe alinea krijgt een bolletje of ander opsommingsteken.
  • Knop met pictogram voor nummering word: de basis, nummering: maakt genummerde lijsten van geselecteerd tekstgedeelte. Elke nieuwe alinea krijgt een nummer.
  • Knop met pictogram voor inspringing vergroten word: de basis, inspringen vergroten: de inspringing aan het begin van een geselecteerd tekstgedeelte.
  • Knop met pictogram voor inspringing verkleinen word: de basis, inspringen verkleinen: verkleint de inspringing aan het begin van een geselecteerd tekstgedeelte.
  • Knop met pictogram voor regelafstand wijzigen word: de basis, regelafstand: keuze hoeveel ruimte er moet zitten tussen de regels van het geselecteerde tekstgedeelte.
  • Knop met pictogram voor rand maken word: de basis, rand maken: keuze aan welke kant(en) van een geselecteerd tekstgedeelte u randen wilt aanbrengen.

Als u klaar bent met het werken aan een document, moet u het opslaan. U bewaart het dan op de computer of in de cloud van OneDrive. Dat is de online opslagservice van Microsoft. Later kunt u het opgeslagen document heropenen en er verder aan werken. Ook documenten die u van anderen krijgt, bijvoorbeeld via de e-mail, kunt u opslaan.

Belangrijk is dat verschillende documenten verschillende namen krijgen. Word overschrijft namelijk bestanden die dezelfde naam hebben, waardoor alleen de nieuwste versie bewaard blijft. Elk nieuw document waar u aan werkt, slaat u dus op onder een andere naam. Als bewaarplek kunt u bijvoorbeeld de map 'documenten' op de computer gebruiken.

Een document opslaan doet u als volgt:

  • Klik op het tabblad Bestand > Opslaan als.

Word 2016, opslaan

  • Kies een locatie voor het document. In Office 365 kunt u kiezen of u het document op de computer of bij OneDrive wilt opslaan. Bent u aangemeld en wilt u ook vanaf andere computers bij het document kunnen? Kies dan voor OneDrive. Zonder aanmelden kan opslaan alleen op de computer zelf. U kunt dan niet vanaf andere computers bij uw document.
  • Typ in het vak 'bestandsnaam' een toepasselijke naam.
  • Klik op Opslaan. Het document wordt bewaard op de door u uitgekozen locatie.

Hebt u al eerder in hetzelfde document gewerkt, dan is het mogelijk om de vorige versie van het document apart te bewaren. Sla de nieuwe versie dan op onder een nieuwe naam. Dat doet u als volgt:

  • Klik op het tabblad Bestand > Opslaan als.
  • U kunt dan een nieuwe naam voor het document opgeven, zodat uw eerdere versie niet overschreven wordt.
  • Klik op Opslaan.

Documenten die u hebt opgeslagen, kunt u op een later moment weer openen om ze te gebruiken. Open zo een document:

  • Klik op het tabblad Bestand > Openen.
  • Zoek de locatie waar het bestand staat opgeslagen (bijvoorbeeld in de map 'mijn documenten' of in uw map op OneDrive).
  • Klik op het bestand dat u wilt openen.
  • Klik op Openen.
Delen via:
Wat betekenen deze knoppen?
Wat betekenen deze knoppen?
Sluiten

U kunt met deze knoppen artikelen, tips en nieuwsberichten doorsturen via e-mail of delen op sociale media.

Hoe werkt het?
Klik op de knop van uw keuze om het item door te sturen of te delen:

  • Kiest u voor E-mail, dan opent uw e-mailprogramma met een berichtje waarin de link naar het artikel is opgenomen. Vul het e-mailadres van de geadresseerde in en verstuur de e-mail.
  • Klikt u op Facebook of Twitter en bent u ingelogd bij het betreffende sociale netwerk dan wordt op uw profiel een link naar de pagina zichtbaar. Eventueel kunt u een eigen tekst aan de link toevoegen.
  • Klikt u op Facebook of Twitteren hebt u géén account of u bent u niet ingelogd op het betreffende sociale netwerk, dan verschijnt een klein venster. Daarin kunt u inloggen of een account aanmaken. Daarna wordt de webpagina die u wilde delen zichtbaar op uw account.
  • Klikt u op WhatsApp dan wordt een nieuwe tab geopend met een voorbeeld van het bericht wat u kunt gaan delen. Met de knop verzenden kunt het bericht daadwerkelijk versturen naar iemand uit uw contacten.

De koppeling verbreken
U kunt de koppeling ook weer gemakkelijk verbreken:

  • Facebook: Als u op de Facebook-knop hebt geklikt, wordt deze grijs en u ziet in de linkerhoek een vinkje. Klik op het vinkje om de koppeling te verbreken.
  • Twitter: Een tweet die u geplaatst hebt, kunt u uit uw tijdlijn verwijderen. Log in op de website van Twitter, ga met de muis op de betreffende tweet staan en klik op Verwijderen. Als uw bericht door anderen is overgenomen (retweet), dan blijven die berichtjes wel bestaan.
Woordenboek

Zoekt u de betekenis van een computerterm? Klik of tik op een letter in de groene balk en de woordenlijst van de betreffende letter opent.
Naar een woord zoeken kan ook. Typ het woord in de zoekbalk met de tekst ‘Zoek hier in het woordenboek’ en klik of tik op Zoeken.

De redactie van SeniorWeb vult regelmatig woorden aan. Mist u een woord? Stuur een e-mail naar redactie@seniorweb.nl. Hartelijk dank voor uw medewerking.