Werken met OneDrive op iPhone of iPad

Met OneDrive kunnen mensen bestanden opslaan in de cloud, om ze dan op verschillende apparaten te kunnen gebruiken. OneDrive kan ook dienen als back-upmiddel. Als het programma op de computer staat, komt er in de Verkenner (Windows) of de Finder (Mac) een map van OneDrive. Alle bestanden in deze map worden ook online opgeslagen in OneDrive. Ze worden gesynchroniseerd. Eén bestand is dus op twee plekken beschikbaar en wijzigingen worden op beide locaties opgeslagen. Let op: verwijdert u een bestand uit deze map of uit de cloud dan is het op beide plekken verwijderd.

Gebruikers van OneDrive hebben internetverbinding en een gratis Microsoft-account nodig. OneDrive heeft ook een app voor de iPad en iPhone.

Om met de app van OneDrive te kunnen werken, moet de gebruiker eerst inloggen met het Microsoft-account:

• Tik op de app OneDrive.
• Tik op E-mail of telefoon.
• Typ het e-mailadres dat gekoppeld is aan het Microsoft-account.
• Tik op het toetsenbord op Ga of de Enter-toets.
• Tik op Wachtwoord en typ het bijbehorende wachtwoord.
• Tik op Aanmelden.
• Tik rechtsboven op het kruisje om geen gebruik te maken van een betaalde versie van OneDrive.
  
  
• Tik op de verschijnende schermen ook op het kruisje om geen gebruik te maken van extra opslagruimte.
• OneDrive vraagt toestemming voor meldingen en toegang tot uw appraatopslag:
  • Tik bij de vraag of u meldingen wilt ontvangen van bestandsactiviteiten in OneDrive op Ok of Nee, bedankt.
  • Tik bij om uw foto's te uploaden naar OneDrive op Camera-upload inschakelen > Continue. Kies vervolgens of u alle foto's of alleen een selectie wilt uploaden. Wij tikken op Geef toegang tot alle foto's. Wilt u de foto's niet uploaden, tik dan op Ik waag het erop.

Het overzicht met de bestanden opent. Dit is de startpagina.

In de clouddienst kan de gebruiker allerlei soorten bestanden opslaan en bekijken. Open een bestand zo in de app:

• Een overzicht van recente bestanden is beeld. Wilt u ook andere bestanden en mappen bekijken? Tik dan eerst onder in het scherm op Bestanden.
• Tik op een bestand om 'm te openen.
• Tik linksboven op de pijl om weer terug te keren naar het overzicht van bestanden.

Mappen zijn handig voor het ordenen van bestanden. Maak zo een nieuwe map aan:

• Tik onder in beeld op het tabblad Bestanden.
• Tik rechtsboven op het plusteken.
• Tik op Map maken.
• Typ de naam van de map.
• Tik rechtsboven op Maken.

De map is aangemaakt.

De gebruiker kan geen mappen uploaden vanuit de app. Een bestand uploaden kan wel.

• Tik rechtsboven op het plusteken.
  
• Tik op Uploaden.
• Tik op Bladeren.
• Tik op een iPhone eerst onderin op Blader en daarna linksboven op Blader. Sla deze stap over op een iPad.
• Kies onder 'Locaties' de gewenste locatie.
• Tik eventueel eerst op de map waar het bestand in zit en vervolgens op het gewenste bestand.

Het bestand wordt bij OneDrive opgeslagen.

Een foto uploaden werkt net iets anders dan het uploaden van andere bestanden.

• Tik rechtsboven op het plusteken.
• Tik op Uploaden.
• Tik op Foto's en video's.
• OneDrive wil toegang tot de foto's als de app dat nog niet heeft. Tik dan op Geef volledige toegang.
• Tik op de map waar de foto's in staan.
• Tik op de gewenste foto's.
• Tik op Gereed.

De foto's zijn online opgeslagen.

OneDrive heeft ook de functie 'Camera-upload'. Hiermee worden alle foto's die op de smartphone of tablet staan, automatisch opgeslagen bij de clouddienst. Zet de functie zo aan:

• Tik onderin op het tabblad Foto's.
• Als de optie nog niet aanstaat, staat er boven in beeld 'Camera-upload is uitgeschakeld'. Tik daarnaast op Inschakelen.

Alle foto's en video's worden in het OneDrive-account gezet.

Verplaats zo bestanden naar een andere map in OneDrive:

• Tik op het tabblad Bestanden.
• Blader eventueel naar de map waarin het bestand staat dat u wilt verplaatsen.
• Tik achter de bestandsnaam op het pictogram met drie stipjes.
• Tik op Verplaatsen.
• Tik op de gewenste map.
• Tik op Verplaatsen.

Het bestand staat nu in de gekozen map.

Verwijder bestanden die u niet wilt bewaren uit OneDrive. Zo maakt u ruimte vrij voor andere bestanden.

• Tik op het tabblad Bestanden.
• Blader eventueel naar de map waarin het bestand staat dat u wilt verwijderen.
• Tik achter de bestandsnaam op het pictogram met drie stipjes.
• Tik op Verwijderen > Verwijderen.

Het bestand staat nog dertig dagen in de map 'Prullenbak'.

Verwijderde bestanden blijven nog dertig dagen in de map 'Prullenbak' staan. Met een werk- of schoolaccount worden de bestanden na 93 dagen automatisch verwijderd. Wilt u het bestand toch bewaren? Zet het dan terug.

• Tik linksboven op het met uw initialen of profielfoto. Ziet u dit niet, tik dan onderin eerst op het tabblad Startpagina.
  
• Tik op Prullenbak.
• Tik achter de bestandsnaam op het pictogram met drie stipjes.
• Tik op Terugzetten.

Het bestand staat nu weer op zijn oorspronkelijke plek.

De gebruiker kan bestanden en mappen delen met anderen. Iemand krijgt dan toegang tot het gedeelde item. Deel een bestand of map als volgt via de app:

• Tik op het tabblad Bestanden.
• Blader eventueel naar de map waarin het bestand staat dat u wilt delen.
• Tik achter de naam van een bestand of map op het pictogram met drie stipjes.
• Tik op Delen.
• U kunt het bestand of de map op verschillende manieren delen, waaronder 'Berichten', 'E-mail', 'Koppeling kopiëren' of 'Bestanden verzenden'. Kies voor 'Bestanden verzenden' als u het document als bijlage wilt versturen. De ander kan het document dan niet in uw OneDrive omgeving bewerken. Dit kan alleen bij het delen van een bestand, niet bij een map. De optie 'E-mail' werken wij verder uit. Tik op E-mail.
• Tik in het invulveld achter 'Aan'.
• Typ het e-mailadres van de ontvanger.
• Bewerk het onderwerp en de tekst in de e-mail. Let op dat de link (de regel die begint met https://) in stand blijft.
• Tik rechtsboven op de blauwe ronde knop met pijl.

De ontvanger krijgt een melding dat er een bestand of map gedeeld is.

Wilt u een gedeeld bestand of een gedeelde map niet meer delen, trek de toestemming dan in.

• Tik onderin op het tabblad Gedeeld.
• Tik op Gedeeld door mij.
• Tik achter de naam van een bestand of map op het pictogram met drie stipjes.
• Tik op Details.
• Hier staan de eigenschappen van het document. Onderaan staat 'Gedeeld met'. Er staat bijvoorbeeld 'Iedereen met deze bewerkingskoppeling kan bewerken'. Tik hierop.
• Tik op Toegang verwijderen.